[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Onweerstaanbare objecten

15 januari 2018
Auteur(s): Odette Moeskops

Het kan haast niemand zijn ontgaan: er is een nieuwe financiële hype. De bitcoin. Al die artikelen en analyses in de media, zette mij gelukkig niet aan tot kopen, maar vooral tot denken over ‘onweerstaanbare objecten’. Dit begrip ‘onweerstaanbaar object’ is van D. Tuckett, een psychoanalyticus die zich met behavorial economics bezighoudt. Hij gebruikt de psychoanalytische theorie om licht te werpen op de vraag wat een dot-com bubble, zoals die uit het laatste decennium van de vorige eeuw nu ‘logisch’ maakt en welke rol emoties hierin spelen. Wat er met de bitcoin aan het gebeuren is, doet mij sterk denken aan de dot-com hype die hij analyseerde.

De bitcoin is een digitale munt die alleen met veel computerkracht kan worden gewonnen. Deze moet gedolven, de computer moet daarvoor ingewikkelde puzzels maken, waarvoor energie nodig is. Met de waarde stijgt de moeilijkheidsgraad van de puzzels, dus van de kosten voor de tijd van de computer. De waarde is inmiddels duizelingwekkend en de koers buitelt op en neer. Het is niet bekend wat de bitcoin echt waard is en deze wordt door de officiële autoriteiten tot dusverre ook niet erkend. Ik las zelfs in een krantenartikel – waar met enige humor een vergelijking met de tulpenmania werd gemaakt – (een tulpenbol had op enig moment in de 17de eeuw de waarde van een Amsterdams grachtenpand): uit een tulpenbol komt in ieder geval nog een tulp.

Ook de gewone particulier is geïnteresseerd geraakt: zo kreeg ik van onze buurt app groep laatst de uitnodiging (tegen aanzienlijke betaling!) aan een voorlichtingsavond over de bitcoin deel te nemen. Zonder dat ik hier recht kan doen aan de analyse die D. Tuckett in zijn boek ‘Minding the markets’ maakte, doet wat er met de bitcoin aan het gebeuren is sterk denken aan de dot-com hype die hij analyseerde.

Zijn “Minding the markets’ gaat over de wijze waarop investeerders tijdens deze hype het besluit namen aandelen te kopen en te verkopen. Hoewel achteraf door henzelf gerationaliseerd met modellen, speelde emoties als gevolg van de angst de boot te missen, de druk te moeten scoren, als ook de eigen- en groepsambities de index te willen verslaan een veel grotere rol van betekenis.
Tuckett noemt de dot-com hype een ‘fantastic object’ (mijn vertaling: een onweerstaanbaar object). Dit is de vervuller van wensen waarbij het ondenkbare werkelijkheid wordt, vergezeld van het geloof dat er iets fantastisch gebeurt. Dergelijke objecten hebben een enorme aantrekkingskracht en veroorzaken veel opwinding. Ze hebben ook macht: ze hebben het vermogen te overstemmen; zowel een realistische beoordeling als het angstig zijn (‘anxious’) over verlies en risico’s. Ze leiden tot groepsdenken: ‘groupfeel’ noemt Tuckett dit liever – omdat de betrokken sociale groepen er hetzelfde over gaan voelen en dit tot cohesie leidt. De beloftes van het onweerstaanbaar object worden daarmee een realiteit zonder dat er een angst wordt gevoeld. Tot slot gaan dergelijke objecten gepaard met ‘coverstories’: narratieven (veelal one-liners) die aan elkaar worden doorverteld. Het is niet zozeer de beschikbare informatie die ontbreekt, als dat er sprake is van een bepaalde houding er tegen over.

Tuckett onderscheidt twee ‘states of mind’ waarin mensen hun beslissingen evalueren. Er is hierbij altijd een strijd tussen het ‘reality’ en het ‘pleasure principle’. Hij noemt de ene staat de D-positie en de andere staat de PS-positie. (ik wijdt niet verder uit over de achterliggende psychoanalytische theorie, dat voert hier te ver – ik gebruik hier daarom letters). Ik geef een voorbeeld om zijn betoog te illustreren: Je kunt de enorme aantrekkingskracht en opwinding van een onweerstaanbaar object in beide posities ervaren. In de D-positie streef je naar realiteitstoetsing, kunnen veronderstellingen en aannames worden onderzocht, ga je risico’s wikken en wegen en kun je leren van ervaring.
In de PS-positie lukt dat niet: reflecteren, ervaringen doorwerken, je eigen aandeel nemen en leren is niet mogelijk – je blijft in de gesloten wereld van de bubble. Narratieven en coverstories worden in de sociale groep bevestigd: deze sociale groep heeft geen ruimte uitgangspunten te onderzoeken en verdraagt geen tegenspraak. Een omslagpunt in een bubble kan volgens Tuckett worden verklaard doordat ook in de PS positie een residu van de ongemakkelijke gevoelens over risico’s achterblijft; het zijn kleine stemmetjes in het achterhoofd die door het verlangen zijn overstemd. Hierdoor kan een plotselinge nervositeit in de markt in een voedingsbodem vallen en zich razendsnel over gehele groepen verspreiden. Naar zijn idee zijn markten gepredisponeerd om de PS state of mind te ontwikkelen, versterkt door het groepsfunctioneren en door de onderlinge relaties die er tussen betrokkenen zijn.

Onweerstaanbare objecten zijn van alle tijden en onontkoombaar, als je Tuckett gelooft. Zijn betoog biedt een zinvolle hypothese en ademt de hoop dat in de kleine groep ‘beslissers’ er voldoende betrokkenen zijn die in de D-positie kunnen blijven: die het hoofd koel houden dus en naar stemmetjes in hun achterhoofd luisteren. Ik vind zijn hypothese een grote verklaringskracht hebben en het is deze verklaringskracht – die de systeempsychodynamische theorie zo ‘onweerstaanbaar’ maakt, tenminste voor mij.

Odette Moeskops

Bron: Tuckett D. (2011), Minding the markets: an emotional finance view of financial instability. – New York : Palgrave MacMillan