[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Leiderschapsromantiek versus de geleefde werkelijkheid

27 maart 2022
Auteur(s): Joost Kampen

Wij mensen hebben romantische beelden over leiderschap. Dat zien we terug in films, games en in de MD-programma’s die organisaties aanbieden aan hun mensen. Leiders dat zijn mensen die een visie hebben, richting geven, stimuleren, faciliteren. Die inspireren tot presteren, een voorbeeld zijn, een rolmodel. (transformational leadership, servant leadership). Wij hebben dergelijke leiders nodig om verder te komen. Even tot hier[1].

Er is weinig literatuur over leiderschap in de geleefde werkelijkheid van organisaties, in het bijzonder de destructieve aspecten van leiderschap voor mensen en organisaties. Het leiderschap kan intentioneel destructief zijn, het kan ook onbedoeld of onbewust destructief zijn. Onwetendheid van het fenomeen destructief leiderschap is gevaarlijk voor hen die erdoor getroffen worden, maar ook voor degene die het onbewust doet in een leidinggevende positie. Of degene die het bewust doet om te overleven in het systeem of er zelf beter van te worden.

Ik kwam er pas in 1998 bij het Amsterdamse GVB achter hoe het echt gaat in organisaties. Bijvoorbeeld wat het effect is van negatieve media-aandacht en wat dat doet met bestuur, ondernemingsraad en vakbonden[2]. Ik had er geen taal en handelingsrepertoire voor. Ik was onwetend en vooral gevormd in positieve maakbaarheid. Ik was met een HBO-opleiding[3] en loopbaan als HR-adviseur plus een universitaire studie sociologie naast zeven jaar extern advieservaring[4] nog maar een beginneling in ‘the dark side’ van organisaties toen de GVB-opdracht zich aandiende. De buschauffeurs, trambestuurders, verkeersleiders en monteurs wisten veel meer dan ik. Ze waren en zijn ‘streetwise’. Gelukkig trof ik een opdrachtgever die dat ook was en het wel snapte. Mijn nieuwsgierigheid naar wat hier nou toch speelde en waarom mijn interventies niet werkten zorgden bovendien voor een hernieuwde zoektocht in veranderkundige literatuur. Daar trof ik maar deels antwoorden. Het was de uitstap naar een ander kennisdomein, de orthopedagogiek, die mij voorzag van een bril om anders naar leiderschapsgedrag te kijken, waar dat gedrag door ontstaat en welke gevolgen dat heeft. Ik kon nu de destructieve gevolgen van het ontbreken van leiderschap bij GVB en in andere opdrachten taal geven. Ik ben die kennis uit de orthopedagogiek gaan opdiepen en gebruiken in een promotieonderzoek. Dit leverde een nieuw organisatieconcept op: de verwaarloosde organisatie. Hierin paste ik de parallel tussen opvoeden en leiderschap toe. Tijdens het werken met het concept verwaarloosde organisaties en delen van de kennis en ervaring in een eigen leergang en als onderdeel in bestaande opleidingen ben ik het verschijnsel destructief leiderschap verder gaan verkennen. Er is in de afgelopen ruim 20 jaar internationaal wetenschappelijk steeds breder onderzoek gedaan naar de dark side van organisaties en naar destructief leiderschap in het bijzonder. Dit bereikt echter tot op de dag van vandaag niet of nauwelijks de curriculae van HBO- en WO opleidingen op het gebied van management en organisatie. Aanbieders van opleidingen en trainingen besteden er geen of slechts zijdelings aandacht aan[5]. De romantische kijk domineert. In de populaire managementliteratuur hebben we het er liever niet over. In de top 100 van Managementboek staan 8 titels over de schaduwkanten van organisaties en geen enkel boek over destructief leiderschap[6].

Commercieel bezien is dat misschien begrijpelijk, mensen horen nu eenmaal liever wat (nog) beter kan, maar de onwetendheid duurt voort. En dat kan schadelijk zijn voor mensen, organisaties en de maatschappij zoals de toeslagenaffaire illustreert.
De wijze waarop de media aandacht besteden aan destructief leiderschap versimpelt het vraagstuk en nodigt uit tot het denken in tegenstellingen en koesteren van achterdocht naar alles wat met management te maken heeft. Dit is een voedingsbodem gebleken voor nieuwe romantiek, die van ‘terug naar de bedoeling’ en de zelfsturing. Er is geen leiding nodig, mensen kunnen dat prima zelf doen. En bovendien kunnen we zo op de indirecte kosten besparen. 

Of er rust een taboe op leiderschap wanneer een organisatie lange tijd is geleid door een autoritaire directeur. De opvolger van deze directeur ‘loopt op eieren’ en de leidinggevenden van de regio’s worden aangeduid als ‘regioregisseurs’ terwijl hun positie die van regiomanager is. Verder treffen we in deze organisatie ‘teamcoaches’ en zodra deze direct leidinggevende een medewerker aanspreekt, komt er een klacht binnen bij de vertrouwenspersoon over ‘autoritair leiderschap’. 

We kijken opnieuw weg van de vraagstukken van destructief leiderschap. Daar wil ik met een boek over destructief leiderschap verandering in brengen. Volg het schrijfproces via mijn blogs en op mijn website www.joostkampen.nl


[1] Naar het fantastische TV programma van het cabaretduo Van der Laan en Woe.

[2] Herken je de Belastingdienst anno 2020?

[3] In het curriculum van de HBO Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid kwam niets voor over destructief leiderschap of pesten.

[4] Ik had al bij twee grotere adviesbureaus gewerkt: een ICT georiënteerd bureau en algemeen adviesbureau Bakkenist dat toen ik daar werkte werd overgenomen door Deloitte. Tijdens de acht jaar durende GVB opdracht stapte ik over naar het kleine adviesbureau Van de Bunt, waar ik de ruimte verwierf om te werken en leren over de geleefde werkelijkheid in organisaties.

[5] Ik heb tijdens het onderzoek voor dit boek X hogescholen, universiteiten en commerciële opleidingsinstituten en trainingsbureau’s gevraagd in welke mate destructief leiderschap deel uitmaakt van het curriculum van de opleidingen die zij aanbieden.

[6] Vastgesteld op 16-1-2022 door de top 100 meest verkochte managementboeken door te nemen.