[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Bruggen bouwen via actieonderzoek

12 november 2019
Auteur(s): Gertjan Schuiling

De grote kracht van actieonderzoek is dat zij mensen in staat stelt samen te werken aan venijnige vraagstukken. Venijnige vraagstukken zijn vraagstukken die al een tijd spelen, waarin aangedragen oplossingen weinig effect hebben, waarover de opvattingen uiteenlopen en waarover irritaties en verwijten zich opstapelen. Juist dan helpt actieonderzoek omdat het alle betrokkenen uitnodigt een onderzoekende houding aan te nemen. De onderzoekende houding bestaat uit drie bewegingen: (1) je tot elkaar wenden vanuit de verlegenheid niet te weten wat te doen en hierdoor nieuwe invallen krijgen; (2) de wereld intrekken om ideeën die robuust lijken uit te proberen; (3) naar binnen keren en in enige rust de nieuwe ervaringen verwerken. Het samenspel van deze drie bewegingen maakt moedig en creatief. Dat komt omdat mensen steun aan elkaar ervaren die zij in de geïndividualiseerde organisaties van vandaag de dag vaak ontberen. In de loop van 75 jaar actieonderzoek zijn zo in de praktijk bijzondere veranderingen tot stand gebracht.

Het vraagstuk waar actieonderzoekers maar moeizaam beweging in krijgen is samenwerking met wetenschappelijke onderzoekers. Dat komt mogelijk door de dubbele ambitie van actieonderzoekers: én praktische verandering bewerkstelligen én kennis ontwikkelen. Dat dubbele doel leidt al snel tot een vorm van concurrentie: actieonderzoek zou beter zijn dan wetenschappelijk onderzoek. Waarop wetenschappers dan weer de minpunten van actieonderzoek gaan opzoeken en benadrukken. Wetenschappers blijken goed te kunnen vechten, waar actieonderzoekers wat chagrijnig bij achterblijven.

De twee auteurs van dit artikel hebben elkaar een klein jaar geleden leren kennen en een andere strategie uitgeprobeerd. We passen actieonderzoek toe op de samenwerking tussen actieonderzoek (de eerste auteur) en wetenschappelijk onderzoek (de tweede auteur). Dus we nemen een onderzoekende houding in ten aanzien van het venijnige vraagstuk hoe actieonderzoek de wetenschap kan helpen zich productief te verhouden tot de praktijk, bevindingen in die praktijk kan laten doorwerken en van dat praktijkgerichte onderzoek weer wetenschap te maken. In die zin berusten onze ervaringen op actieonderzoek naar de wetenschappelijke meerwaarde van actieonderzoek! 

Ondertussen hebben we vier masterstudenten begeleid in een actiegericht onderzoek bij de politie. Hun presentatie van hun bevindingen is op een recent politiesymposium de basis geworden voor een verbetertraject, terwijl hun theses in wetenschappelijk opzicht als voldoende tot goed zijn beoordeeld. Ook hebben we met collega’s op de universiteit en op het HBO in een vrijdagmiddagstudiegroep de literatuur van actieonderzoek bestudeerd en kritisch besproken. Beide ervaringen gaven weer energie om een postacademische opleiding in de markt te zetten voor de diverse groep professionals die zich inzet voor veilige en sociale wijken.* Hierin geven we de gevonden formule verder gestalte. Vanuit een actie-onderzoekende houding zien we de opleiding als een platform voor samenwerking tussen wetenschappers en praktijkprofessionals. De praktijkprofessionals worden methodisch begeleid in het verrijken van hun praktijkervaring door middel van gezamenlijke reflectie. Wetenschappers brengen bevindingen van hun onderzoek in. De samenvoeging van wetenschappelijke kennis en praktijkervaring zal voor beiden leerzaam zijn, zo verwachten we. Hoewel actieonderzoek zelf geen traditioneel wetenschappelijk onderzoek is, moedigt het wel een onderzoekende aanpak aan die bruggen tussen wetenschap en praktijk slaat.

Zie voor meer informatie: 
https://rechten.vu.nl/nl/opleidingen-voor-professionals/juridisch-pao-leergangen/Bouwen-aan-veilige-wijken/index.aspx

Gertjan Schuiling en Ronald van Steden