[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Tijd

13 juli 2021
Auteur(s): Leike van Oss

Zo tegen het zomerreces kan ik mij enorm verheugen op vakantie. Alle ruimte om tijd te morsen. Een dag verlummelen met niks, zonder dat dat erg is, omdat er morgen gewoon weer zo’n dag is en nog een en nog een … Tijd wordt ineens niet iets wat je indeelt, maar iets dat een beetje voorbijgaat. En wat heb ik daar behoefte aan na weer een half jaar achter schermen, of met beperkte mogelijkheden om live te werken. Als het om tijd gaat, merk ik dat Corona mijn leven stukken onrustiger gemaakt heeft. Bijeenkomsten moeten korter (want online, dat houden we niet zo lang vol), op korte termijn (kunnen we morgen een uurtje afstemmen), ad hoc en veel minder in verbinding met de mensen met wie ik werk dan ik gewend ben. Lummeltijd is me welkom.

Eigenlijk is tijd een raar fenomeen. Als ik bovenstaande alinea herlees, dan zie je verschillende concepten van tijd langskomen. We zijn gewend aan ingedeelde tijd: in kloktijd, in een dagindeling of in fases van een project. Tijd is daarmee een ‘slot’ geworden, of iets wat gekoppeld is aan ruimtelijk kenmerk (een dag, een fase). Tijd is ook momentum: het is er tijd voor. Een markant punt in een stroom van gebeurtenissen. Tijd is in die definitief je vriend, of je vijand. Je kunt de tijd voor je laten werken.

Maar tijd is ook gewoon iets dat zonder zo’n indeling verstrijkt. Je kunt indelen wat je wilt, maar het gaat zijn eigen gang. Of, zoals mijn moeder zei als ik ergens tegenop zag: ‘Ach Leike, de tijd dat het weer voorbij is, komt vanzelf.’ En inderdaad, daar hoef je niks voor te doen.

Die tijd die vanzelf voorbijgaat, heeft geen vaste indeling, geen vaste eenheden. Sterker nog, die tijd kan gevoelsmatig verschillende snelheden hebben. Katinka Polderman, de beslisbomenmaker van Nederland, maakte een prachtig overzicht van hoe gevoelde tijd anders kan zijn dan de kloktijd, zelfs als er sprake is van vakantie-lummeltijd: https://www.volkskrant.nl/a-b499cd17 (de tekening van 2 juli).

Laatst las ik het prachtige boek van Hartmut Rosa: Leven in tijden van versnelling. In dat boek schetst hij hoe technische innovaties leiden tot versnelling in het maatschappelijk leven, en hoe dat leidt tot gewenning – of zelfs verslaving – aan die versnelling. Beluister maar eens een interview van 20 jaar geleden, of bekijk een oude film. Wat gaat dat traag! Of, als je een werkvoorbeeld wilt: het was nog niet zo heel lang geleden heel gewoon om een paar dagen op een antwoord te wachten, nu worden mensen al ongeduldig als je na een uur niet hebt teruggeappt. Rosa beschrijft hoe we ons door die versnelling van gebeurtenissen niet meer echt verbinden met de context en ruimte waarin ze plaatsvinden. Wie leest er nog hele handleidingen? Wie maakt gebruik van alle functionaliteiten van zijn telefoon? En wie kent niet de selfies genomen op mooie locaties: been there, done that. De foto is het bewijs, maar was je er ook echt? 

Versnelling in tijd is op die manier verarming: we vervreemden van onze context èn van onszelf.

Misschien zegt mijn verlangen naar die trage tijd van het zomerreces veel over de behoefte die ik heb om de vluchtige versnelling en adhoc-erigheid van online werken en de schraalheid die daardoor ontstond, even achter me te laten. Weg van de vervreemding; weer even echt ankeren en met aandacht met iets bezig te zijn. Voor mezelf, maar ook voor organisaties.

Na lezing van het boek van Rosa durf ik de hypothese wel aan dat het ook in organisaties tijd – in de zin van momentum – is om te werken aan het tegengaan van de ontstane verschraling. Online werken is vluchtiger, eenzamer en minder verbonden. Vervreemd van onze context raken we common ground kwijt. Marijke Spanjersberg zegt altijd zo mooi dat ieder systeem een ondergrens nodig heeft. Lang thuiswerken heeft die ondergrens van hoe we met elkaar willen werken op veel plaatsen stukgemaakt en is vervangen door vluchtig online contact.

Ik denk dat het niet alleen voor mij tijd is om te vertragen, weer te ankeren, maar dat het goed is om er na de zomer in organisaties ook de tijd te nemen om werk weer bedding te geven.

Leike van Oss