[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Simple but not easy

21 september 2022
Auteur(s): Brechtje Kessener

Inderdaad ‘simple but nog easy’ zeg ik in mijn hoofd. Ik kijk de sheets van afgelopen week nog even door. Simple but not easy waren de woorden waar Glenda Eoyang de Sioo zomerweek Thriving in Complexity mee begon. Een week waarin ik me met 10 andere deelnemers in een zaaltje, op het terras, in de tuin en de bossen van een hotel in Epe heb verdiept in Human Systems Dynamics. Een week met vele waardevolle inzichten voor organisatieprofessionals. Ik neem je er graag even in mee.

Glenda heeft zich, na een hectische dynamische periode van haar bedrijf waarin haar gebruikelijke management repertoire niet leek te helpen, sterk verdiept in complex adaptieve systemen. Het is een systeembenadering die veel wordt gebruikt in de wis- en natuurkunde en in ons vakgebied vrijwel altijd metaforisch wordt toegepast. Glenda niet – die heeft zich er echt in vastgebeten en heeft er een promotie aan besteed een goede vertaling naar menselijke systemen te maken. Tijdens de week blijkt ook hoe zij het tot in haar haarvaten heeft eigen gemaakt. Elke vraag, opmerking of gebeurtenis tijdens de week weet ze in de eenvoudige modellen te plaatsen. Een genot om dat te zien!

Glenda beschouwt alle menselijke systemen, of het nou een persoon, een groep, organisatie, netwerk of hele maatschappij is als een complex adaptief systeem. Het woord complex wil zeggen dat er een grote hoeveelheid en variëteit van delen en relaties is. Adaptief verwijst naar het zelforganiserende proces binnen het systeem dat het systeemgedrag passend bij de omgeving maakt. Dat gedrag is in essentie onvoorspelbaar, maar – zo stelt Glenda – je kan wel je best doen het systeem te begrijpen en dat zelforganiserende proces (steeds een beetje beter) te beïnvloeden. 

Daarmee kom je op de essentie van haar werkwijze, dat wat ze ‘Adaptive Action’ (AA) noemt (de voertaal in de week was engels – vandaar de engelse termen). De adaptive action cycle bestaan uit drie eenvoudige fasen namelijk What?, So What? en Now What? In de eerste fase onderzoek je het systeem op de onderliggende patronen, in de tweede fase geef je er betekenis aan en vorm je je een beeld van welke beweging van het systeem je zou willen en in de laatste fase je je een interventie. En dan begin je gewoon weer opnieuw. Het heeft veel weg van de ervaringsleercyclus (Kolb) en actie onderzoek (oa. Checkland). Maar de eenvoud van de termen, de inhoudelijke gerichtheid op het patroon van het systeem en de kortcyclische manier waarop Glenda het gebruikt maken het toch anders. Vooral dat laatste vind ik fascinerend. Na elke interventie is het zelforganiserende interne proces weer wat verschoven en moet je dus weer opnieuw beginnen, stelt Glenda. En ik zie het haar ook in alle voorbeelden en cases doen. Ze kijkt echt alleen naar de eerstvolgende zinvolle actie, verder kijkt ze niet. En ze blijft daarbij radicaal nieuwsgierig en zonder oordeel. Op een bepaalde manier geeft het veel vrijheid, dat spreekt me erg aan.

En dan de meest cruciale vraag. Hoe herken je het onderliggende patroon van het systeem en op welke manier kan je het zelforganiserende proces beïnvloeden? Daar heeft Glenda een aantal handvatten voor. Het patroon kan je in kaart brengen aan de hand van de drie factoren van het CDE model. De Container staat voor alles wat het systeem bij elkaar houdt. Het kan van alles zijn, denk aan een fysieke grens van een kamer zijn, en/of een gedeelde resultaatdefinitie en/of het charisma van de leider. En meestal zijn er meerdere containers tegelijk actief. De ‘D’ staat voor de Differences, voor de verschillen en gelijkenissen die maken dat de energie door het systeem stroomt. Denk aan verschillen in leeftijden of opleiding van mensen in het systeem, maar ook de Differences kunnen van alles zijn dus ook manieren van werken, normen of beschikbare middelen kunnen erbij horen. Tot slot de Exchanges, de relaties en interacties tussen de delen die maken dat er beweging en verandering ontstaat. Ook dit kan weer allerlei verschillende vormen aannemen. Het CDE model is simpel maar je moet echt in de hele concrete praktijk van het onderzochte systeem op zoek naar wat de functie van container vervult, waar de relevante verschillen en gelijkenissen liggen en welke exchanges er plaatsvinden. En als je dat patroon herkent kun je ermee spelen en het zelforganiserende proces versnellen, vertragen of een zetje een bepaalde kant op geven.

We oefenen met onze eigen ervaringen met werkpraktijken. Praktijken die uiteenlopen van cultuurverandering bij de belastingdienst, inrichting van de besturing van een hogeschool, een professionaliseringslag in een ziekenhuis, de netwerkvorming rondom innovatie, de relatie tussen de wijkbewoners en de gemeente et cetera. Grotere en kleinere organisatieveranderingen. Maar ook met onze eigen persoonlijke patronen en ontwikkelwensen. We ervaren hoe ‘simple but not easy’ de benadering is. We gebruiken het CDE meta model maar krijgen ook veel concretere ‘intermediate models’ aangereikt. Het is nog veel puzzelen en onderzoeken. Maar het geeft ook veel plezier en lucht. We lachen wat af met elkaar. En ik ben echt blij verrast over hoeveel en variëteit van interventies die we weten te verzinnen. 

Zeker de moeite waard om het meer eigen te maken. Blijven oefenen dus! Gelukkig denken veel van mijn collega deelnemers er zo over. Een groot deel van de groep wil samen met elkaar en Glenda blijven optrekken om er meer in te groeien. Kijk nu al uit naar de volgende ontmoeting. Wil je ook aangestoken raken – neem dan eens contact op of kijk eens op de website van Glenda’s instituut  https://www.hsdinstitute.org/

Brechtje Kessener