[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Navolgbaar parlement?

7 september 2023
Auteur(s): Brechtje Kessener

Gebrek aan waardering, werkdruk, complexiteit van de opgaven, focus op de persoon, druk vanuit social media, balans werk/prive, bedreigingen, bestuurscultuur, verlies van ervaring… de kreten vliegen door de lucht. Ik zit in ‘mijn’ Summerschool Systeemdenken in de Praktijk die ik voor Sioo verzorg. Vandaag is Hans Vermaak de docent. Hij laat de deelnemers kennismaken met de systeemdynamica, een benadering om de dynamiek van een systeem navolgbaar te maken. De deelnemers zijn aan het oefenen met het maken van een Causaal Diagram over het massale vertrek van parlementariërs. Duidelijk een onderwerp dat tot de verbeelding spreekt.

Ik ben zelf ook gefascineerd door wat er nu gebeurt. Ik zoek de feiten op: op moment van schrijven zijn er 32 parlementariërs (en 6 bewindslieden) die hebben aangekondigd na de verkiezingen niet terug te willen keren. Als opgegeven redenen voor vertrek geeft grosso mode een derde van de vertrekkers aan te kiezen voor zichzelf en hun gezin (gezondheid, balans werk/ privé, bedreigingen). Een derde geeft aan plaats te willen maken voor een nieuwe generatie. Wellicht hangt dat samen met de beoogde nieuwe bestuurscultuur maar ook een reden waarachter van alles schuil kan gaan. Een groot deel geeft geen expliciete reden op. Opvallend is dat enkele malen genoemd wordt dat men denkt elders meer te kunnen bereiken.

De deelnemers hebben maar een uurtje om de diagrammen op te stellen. Het is maar een oefening natuurlijk, maar toch … er komen al interessante (circulaire) patronen naar voren. Patronen waarin gevoelens van onmacht, complexiteit van vraagstukken, vertrek van parlementariërs en gebrek/verlies van ervaring elkaar versterken. Of waarin het vertrek samenhangt met de bestuurscultuur, de groeiende persoonscultus, de rol van social media en bedreigingen. In de verschillende diagrammen zoeken we naar symptomen om in de gaten te houden en hefbomen om de tendens te keren. ‘Hopelijk is er iemand in Den Haag dit ook aan het doen’, verzucht iemand.

We zijn erdoor gegrepen – tijdens de lunch gaat het gesprek door en raakt meer toekomstgericht. Een derde van de kamerleden wil niet terugkomen…. Daarbovenop komen de mensen die zichzelf wel verkiesbaar stellen maar niet verkozen worden, meestal 20 tot 40 zetels. Met BBB en NSC als nieuwe – en naar verwachting grote partijen zullen dit er veel zijn dit keer. Dus wie weet zitten we na de verkiezingen met een 2e Kamer die voor ongeveer de helft uit nieuwelingen bestaat. Ter vergelijk, in 2002 (opkomst LPF) waren er 66-, in 2017 71- en in 2021 57 nieuwe kamerleden.

Deze situatie is dus niet geheel nieuw maar baart best zorgen. Het maken van nieuwe wetten en het controleren van de regering leer je niet op een achternamiddag. Er wordt gezegd dat je minimaal 4 jaar nodig hebt om het vak van Kamerlid een beetje onder de knie te krijgen. We kennen de gevolgen van matige wetgeving uit o.a.de toeslagenaffaire. En we staan voor echt grote opgaven. Waar je behoorlijk diepgaande kennis en/of een heel goed kennissennetwerk voor nodig hebt. Laten we hopen dat de partijen en/of de griffie van de Tweede Kamer zorgen voor een heel goed, procedureel èn inhoudelijk èn sociaal, inwerkprogramma voor de nieuwe kamerleden.

Aan de andere kant … wellicht geeft het een impuls aan de nieuwe bestuurscultuur. ‘Stel dat Omtzigt echt werk maakt van de nieuwe bestuurscultuur’ en ‘Als de nieuwelingen hun hang naar media aandacht beheersen en echt inhoudelijk aan de slag gaan’ wordt opgemerkt. Er wordt een parallel getrokken naar het gemeentelijk niveau. Wat een opluchting zou het zijn als– net als gemeenten die werken met een Raadsakkoord – een soort van Kamer akkoord wordt opgesteld. Waarin de Kamer expliciet afspreekt over hoe ze inhoudelijke meningsverschillen willen bespreken en erover willen besluiten, welke rol de kamer en de regering daarbij oppakt en hoe ze daarbij andere partijen als de samenleving of andere bestuurslagen willen betrekken. Op gemeentelijke en provinciaal niveau is al veel ervaring opgedaan… daar zouden ze veel van kunnen leren!

Ook de rest van de week blijft de Kamer in mijn hoofd zitten. Als Leike van Oss schetst hoe robuust sociale constructen – zoals ook een Tweede Kamer – zijn in hun verstrengelde overtuigingen, interacties, routines en verhoudingen. En hoe je daar weer beweging in kan brengen…. En zeker ook als Glenda Eoyang spreekt over het werken in en met Complex Adaptieve Systemen. Gedachtengoed dat binnen de Kamer en bij het oppakken van de voorliggende vraagstukken erg behulpzaam zou zijn. Eigenlijk – lach ik in mezelf – zouden we alle kamerleden een weekje Systeemdenken in de praktijk moeten aanbieden. Doe ik graag en gratis!

Brechtje Kessener