[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Koketteren met het ambacht?

17 februari 2018
Auteur(s): Jaap van ’t Hek

Ooit, lang geleden, volgde ik een opleiding bij Sioo tot adviseur. Intensief leren over dat organisaties eigenlijk niet bestaan en dat verandering soms zomaar disruptief ontstond (overigens bestond dat woord nog niet).
Ondertussen viel de muur….
Maar we leerden niet alleen over organiseren en veranderen, het ging ook over professionaliseren. Dat je als adviseur een specifiek soort beroep had. Dat het niet makkelijk was, onderhoud vroeg en inhoudelijke groei en vernieuwing veronderstelde. We zouden reflective practioners dienen te zijn. We gebruikten daarbij onder meer een boek van Pieterjan van Delden dat ik destijds met veel herkenning en instemming las. Hij beschreef daarin wat een professional is in relatie tot andere beroepstypen.


In de jaren erna heb ik vaak wat meewarig geluisterd naar managers die hun medewerkers professionals noemden, ook als het ging om sterk routinewerk of werk waar weinig kennis voor nodig was. Ik dacht vergevingsgezind: “ach laat ze maar, ze weten niet waarover ze het hebben”.
Maar de begripsverwarring werd groter en groter. Professional dook op als tegengesteld aan amateur. De amateur werd neergezet als liefhebber tegenover de liefdeloze professional. Kunstenaars bleken ook professionals en kenniswerkers maakten zich zelden als zodanig bekend. Misschien omdat het correcte woord voor hoer of kech inmiddels sexwerker was geworden terwijl ‘werker’ niet echt sexy klinkt…

Een begrip bleef wat buiten het rumoer: de ambachtsman of -vrouw. Of misschien in deze genderneutrale tijd: de ambachter. Hoewel de associatie met dorpsbraderieën en vergeten groente op de loer ligt, hield het ambacht altijd iets stoers, iets onafhankelijks en iets onmodieus-voeten-op-de-grond-achtigs. Ik vind het zelfs wel duurzaambiologisch klinken. De ambachter overleeft de tijd door zijn tijdsloze handelingen.
En nu hebben wij een heuse Ambachtsschool voor Organiseren en Veranderen. Juist om de nadruk te leggen op het vakmanschap. En dat je dat leert in meester-gezel-achtige constructies. Niet zomaar door kennisoverdacht, maar ook door het te doen, te knutselen, te oefenen. Je leert het ambacht van gepokte en gemazelde oude knarren. Met liefdevolle hoge standaards.
Je verdiept je en oefent met een ambacht dat kennisintensief en moeilijk specificeerbaar is. Creatief en academisch knutselen. Het kwadrantje van Pieterjan van Delden is blijkbaar aan vernieuwing toe…

Jaap van ‘t Hek