[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Hoofdpijndossiers

7 februari 2023
Auteur(s): Jaap van ’t Hek

Ik hou van leren door middel van voorbeelden. Niet alleen omdat het meer dan bij theoretische beschouwingen gaat om ‘echt gebeurd’, maar juist omdat de praktijk mooi laat zien hoeveel complexer de realiteit is vergeleken met de theorie. Daarom put ik hier –net als bij de blogjes op onze website– graag uit de manier waarop de overheid organiseert en verandert. Daar wemelt het van de voorbeelden die u waarschijnlijk kent (en waarschijnlijk ook opvattingen over heeft).

Ons vak mag zich verheugen in een toenemende populariteit van het systeemdenken. Daarom deze keer iets over ‘systeemgrenzen’: de grens rond een betekenisvol geheel. Die grens is vaak geen hard gegeven. Systeemgrenzen worden vaak getrokken op basis van de blik van kijker. Daarmee is het trekken van een grens ook een interventie.  Met het bepalen van de systeemgrens wordt duidelijk waar je wel naar kijkt en waar je zeker niet naar kijkt. Het creëert ook dat spannende stukje ertussen waar het niet over gaat, maar wat er wel toe doet. Systeemgrenzen zijn spannend want iedere bioloog weet dat op de grenzen van systemen ook de meeste verandering plaatsvindt. Aan de bosrand of de oever van het meer gebeurt het meest.

Veel politici gebruiken het woord ‘dossier’ om een onderwerp te begrenzen. Ze leggen daarmee een systeemgrens rond het onderwerp. Een dossier bepaalt het onderwerp dat op een agenda kan komen en in de portefeuille van welke bestuurder het past. Dikwijls gaat het over een probleem dat op een oplossing ligt te wachten of over een oplossing waar nog een probleem bij moet worden gevonden. Zelf heb ik het altijd verbazend gevonden met welk enthousiasme dit naar stoffige boekhouders en archieven geurende woord gebruikt wordt als je ook zou kunnen zeggen onderwerp, thema, kwestie, zaak of geschilpunt. Of zou het juist aantrekkelijk zijn dat het woord dossier het vraagstuk vernauwt tot een technisch-bureaucratische kwestie en het zo ontdoet van de maatschappelijke hitte?

Dossierdenken past in een politieke cultuur van ingewikkelde kwesties in hapklare brokken knippen om ze per stuk op te lossen. Harde systeemgrenzen helpen voorkomen dat alles met alles verbonden wordt en smoort in complexiteit. Dat is het handige van het dossierdenken: je hebt iets met een kop en een staart om van een oplossing te voorzien. Het is ook de politieke cultuur die vergezichten schuwt en waarin idealen en ideologie hebben plaatsgemaakt voor oplossen en fixen. Juist een lange termijnvisie zou wel eens zichtbaar kunnen maken hoezeer de dossiers eigenlijk intens met elkaar samenhangen.

Neem nu de koe.

De koe is een dier dat in zijn iconische zwartwitte uiterlijk een sieraad is op het groene gegrasfalteerde buitengebied. Geweldloze zenachtige dames die voor kaas en biefstuk zorgen. Maar ondertussen produceren ze mest, stikstof die onze biodiversiteit bedreigt en methaan dat een veel groter effect heeft op het klimaat dan CO2. En dan spreek ik nog niet over hoe we de dames behandelen door de kalfjes direct bij ze weg te halen en het leed bij veetransporten en in abattoirs. Je zou zeggen dat de koe een onderwerp voor op de politieke agenda zou zijn. Maar dan ken je onze dossiertijgers niet. We hakken de koe in hapklare brokken. Dus voeren we aparte debatten over het stikstofdossier, klimaatdossier, mestdossier en het dierenwelzijndossier. We maken aparte maatregelen om al die aspecten van het koeienbestaan in goede banen te leiden en confronteren de baasjes van die koeien om de haverklap met nieuw beleid. 

Ik geloof dat het Mintzberg was die ooit stelde dat organiseren in essentie ging om het verdelen van taken en het vervolgens coördineren daarvan. Hakken en plakken, of zoals een keurige collega van mij zei: delen en helen. Dat delen lukt wel aardig, maar wanneer gaan we eens helen?

Want het dossierdenken lijkt ertoe te leiden dat we de koe in de kamer niet zien.

Jaap van ‘t Hek