[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Herstel van vertrouwen?

15 oktober 2021
Auteur(s): Brechtje Kessener

Regeerakkoorden zijn gestold wantrouwen, bedoeld om partijen die ver uit elkaar staan met harde hand toch enig comfort richting de eigen achterban te bieden: “Nee, we krijgen niet overal onze zin, maar kijk eens wat we wel voor elkaar kregen” zo wordt Ruud Lubbers aangehaald in een artikel in de Volkrant van zaterdag 9 oktober. Het artikel gaat over het streven van informateurs Remkes en Koolmees naar een dun regeerakkoord. Een streven dat al veel langer bestaat maar tot op heden nog nooit is gelukt. Regeerakkoorden worden alleen maar dikker…. 

In de vorige blog van de Ambachtsschool pleitte Marijke Spanjersberg voor een beetje meer systeemdenken in het proces van formeren. Ik wil haar pleidooi vervolgen met een beetje meer systeemdenken in het organiseren van de Kamer en het kabinet.

Want wat is nu gebruikelijk in ons landsbestuur? Na de verkiezingen wordt er een coalitie gevormd die een meerderheid in de Tweede Kamer, en liefst ook in de Eerste Kamer, heeft. Die partijen spreken onderling een regeerakkoord af – wat betekent dat zij onderling handje klap doen over waaraan en hoe ze komende regeerperiode gaan werken. De Kamerleden van deze partijen worden geacht zich te conformeren aan de voorstellen van het kabinet. De Kamerleden van de oppositiepartijen kunnen amendementen voorstellen. Dat kunnen alleen (kleine) wijzigingen of aanpassingen zijn op wat wordt voorgesteld dus, na een heleboel gehakketak, blijft het een soort van ‘tekenen bij het kruisje’. Kortom de inhoudelijke koers van ons land hangt af van de uitruil van visies over opgaven tussen de coalitiepartijen die samen net wat meer dan de helft van de Kamer vertegenwoordigen. En we krijgen het voorbeeld dat je daar flink om moet bekvechten.

Wat kan systeemdenken ons hierover meegeven? Ik verken hier twee aanknopingspunten. Zo zou je kunnen stellen dat onze maatschappij en ook de Tweede Kamer met het kabinet complex adaptief systemen (CAS) zijn. Systeemdenkers als Wheatley en Eoyang stellen dat een gezond CAS zich kenmerkt door diversiteit van delen, veel interactie en iets dat samenbindt. Je zou kunnen zeggen dat de diversiteit van delen als zijnde de Tweede Kamerleden wel in orde is. Maar als slechts een kleine meerderheid de koers mag bepalen wordt dat wel flink gereduceerd. Er lijkt me voldoende hoeveelheid interactie, maar het soort interacties is wel wat eenzijdig. Ook het samenbindende is karig bedeeld. Het regeerakkoord verbindt alleen de coalitiepartijen en in de debatten worden vooral de verschillen benadrukt. 

Een tweede aanknopingspunt is dat systeemdenkers als Beer en Jaques stellen dat in gezonde systemen de hiërarchisch hogeren redeneren over wijdere systeemgrenzen en langere tijdstermijnen. Dat volgend zou de Tweede Kamer als ons hoogste politieke orgaan de effecten in onze gehele samenleving over 20 tot 50 jaar in haar besluiten moeten meewegen. Waar partijprogramma’s uitspraken doen op waardenniveau en over maatschappijvisies, het debat ook wordt gedreven door scoringsdrang en korte termijn media-aandacht.

Hoe zou een landsbestuur, gegeven deze twee inzichten vanuit het systeemdenken, eruit kunnen zien? Stel dat de Tweede Kamer haar verantwoordelijkheid voor het hele land en de lange termijn, en haar rol als samenbindend mechanisme voor onze maatschappij serieus zou nemen. Dat de gehele Tweede kamer na de verkiezingen bepaalt wat de belangrijke maatschappelijke opgaven voor de komende periode zijn. Dat is niet zo moeilijk als het lijkt want die staan al in de verkiezingsprogramma’s. Nu zijn het de woningnood, de klimaatopgave, het stikstofvraagstuk, de groeiende ongelijkheid en de arbeidsmarkt. En stel nu dat we geen coalitie over al die onderwerpen heen vormen, maar dat de Kamer per opgave onderzoekt wat de meerderheid van de gehele Tweede Kamer wil. Bijvoorbeeld met een informateur per opgave. Zouden we niet per opgave een bredere meerderheid in de Kamer kunnen vinden voor een inhoudelijk koers die meer standpunten verbindt? Je zou het een opgaveakkoord door een opgavecoalitie kunnen noemen. Te vormen door de wisselende coalities van de inhoudelijke experts van de fracties voor een meer kennisgebaseerd gesprek en oplossing. En zou dat niet meer verbinding en vertrouwen opleveren dan het debat over de -over de opgaven heen uitonderhandelde- standpunten van een (krappe) meerderheid? En als de Tweede Kamer dan het kabinet de opdracht zou geven om die meerderheidsvisie per opgave in wetgeving en beleid te gieten – netjes in de uitvoerende rol van de trias politica. Dan kan de Tweede Kamer het kabinet ook vragen zich te verantwoorden over hoe haar wetten en beleid de visie realiseert. 

Stel dat we dit zo zouden doen. Dan zouden partijen veel explicieter kunnen laten zien waar ze voor staan – in welke opgavecoalities zij participeren en op welke opgaven zij een andere langjarige visie hebben. Het verhaal naar de kiezer vraagt wellicht een tikkie meer detail dan dat de partij afgelopen 4 jaar in ‘de’ coalitie of oppositie zit. Maar iedere partij behoudt en krijgt zelfs meer kleur en hoeft zijn kleur ook niet vierjaarlijks aan te passen om mee te doen aan een meerderheidscoalitie. Groot voordeel hiervan is dat de kaders die aan het kabinet worden meegegeven ook telkens een echte meerderheid vertegenwoordigen en niet een onderhandelingsresultaat van iets meer dan de helft van de Kamer. Ook de verantwoording van kabinet aan Kamer kan veel inhoudelijker worden dan het geijkte voorstemmen door de coalitie en tegenstemmen door oppositie. Daarmee kunnen de inhoudelijke visies beter worden getoetst, verrijkt en kan de Kamer een meer verbindend verhaal vertellen als voorbeeld voor de maatschappij.

Ik hoor de bezwaren al komen. De Tweede Kamer over alle onderwerpen laten onderhandelen – dat kost heeel veel tijd. Maar weet je – deze formatie kost ook al heeeel veel tijd en we hebben nog geen enkele inhoudelijke stap gezet. Als niet alle opgaven tegelijk op tafel moeten liggen voor de onderhandelingen kan de Tweede Kamer gewoon meteen na de verkiezingen beginnen. En in die 7 maanden had de Kamer echt wel een of misschien zelf meerdere opgaves kunnen oppakken. Bovendien zou het onderling vertrouwen in de gehele Tweede Kamer door de transparante en expliciete waarden en visiegedreven gesprekken per opgave weer kunnen groeien. Ik denk dat ik ook weer wat vertrouwen in de politiek zou krijgen.

Brechtje Kessener