[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Fier op de brief

10 februari 2022
Auteur(s): Marijke Spanjersberg

De eekhoorn zat aan zijn tafel en wilde een brief schrijven. Maar hij wist niet aan wie.

Beste

schreef hij alvast. Toen dacht hij diep na en legde zijn pen neer. Het begon zachtjes te waaien. Het raam stond open en het lege, witte papier ritselde ongeduldig. Ja ja, brief, dacht de eekhoorn, ik bedenk zo wel iemand voor je.

Hij fronste zijn wenkbrauwen en dacht opeens: zou je eigenlijk ook een brief aan een brief kunnen schrijven? (…)
Zijn gedachten knarsten en struikelden over elkaar.
Volgens de mier, dacht hij, kan je aan iedereen een brief schrijven, zelfs aan de regen of aan een hittegolf of aan de nacht.

Hij pakte zijn pen weer en schreef:

Beste brief,

Ik ben de eekhoorn. Maar dat weet je natuurlijk wel.
Het is heel raar jou te schrijven, want je wordt steeds groter
terwijl ik schrijf. En als ik opnieuw begin ben je opeens weer heel klein. Dus hoe je precies bent weet ik nooit. Trouwens, wat is precies?

De fans zullen de auteur herkennen: Toon Tellegen. En ja, de eekhoorn heeft gelijk, je kunt aan alles en iedereen over van alles en nog wat een brief schrijven. Alleen, we doen het nauwelijks meer. Jammer? Ja, ik vind van wel. Geïnspireerd door de narratieve benadering (White, 2007) probeer ik de brief in ere te herstellen.

In ons intervisiegroepje schreven we elkaar eens voorafgaand aan een bijeenkomst een brief over wat ons bezig hield. Een van de interessante conclusies na afloop was dat via de taal-op- papier onze – subtiele – onderlinge verschillen beter tot hun recht kwamen. We convergeerden minder snel. Ook al weten we niet altijd precies wat precies is, ik had het idee dat ons gesprek preciezer werd.

In ons werk als adviseur praten we niet alleen, maar schrijven we ook. We schrijven offertes en plannen van aanpak voor onze klanten, we maken (dagboek)aantekeningen voor onszelf en we schrijven artikelen en boeken voor onze collega’s. O ja, we schrijven ook nog eindeloos veel mails aan iedereen die ons pad kruist. Van al het schrijfwerk dat ik doe, schrijf ik het allerliefst brieven aan de mensen met wie ik werk. Na een zoekend herstelgesprek tussen medisch specialisten of een ingewikkeld gesprek over bedrijfsopvolging schrijf ik mijn gesprekspartners een brief. Al staat daar in wat we zoal bespraken, zo’n brief ademt op geen enkele manier de sfeer van een verslag. Een brief is eerder literair dan diagnostisch (Freeman e.a., 1977). Als onderdeel van een ‘geschreven samenwerkingsrelatie’ vertelt de brief een verhaal (Vermeire, 2009). Een brief bevordert reflectie, zorgt voor meer coherentie in het denkproces, werkt erkennend en biedt de mogelijkheid voor verdere exploratie.

Beste José, Arend en Jos,

We hebben met elkaar gesproken over alle dilemma’s en paradoxen waar jullie in gevangen zitten in het proces van bedrijfsovername. Vooral het spreken over de paradox: ‘vind je eigen vorm, maar verander niets’ heeft jullie aan het denken gezet. Gaandeweg ons gesprek werd steeds duidelijker dat het niet gek is dat jullie al jaren met elkaar ‘in kringetjes ronddraaien’, zoals jullie het noemden. Natuurlijk frustreert dat en zet het jullie onderlinge verhoudingen onder druk. Ieder mens zou afhaken als je ergens veel energie stopt, zonder dat het tot iets leidt.

Ik denk nog regelmatig terug aan ons gesprek. Een vraag die mij zo de afgelopen dagen bezighoudt is deze: jullie willen graag goede erfgenamen zijn. Trouw en loyaliteit aan de generaties voor jullie zijn voor jullie belangrijke waarden. Ik vroeg mij af: hoe is het perspectief als je kijkt naar de generaties na jullie? Wat willen jullie te zijner tijd achterlaten voor jullie kinderen en kleinkinderen? Verandert er hiermee iets in het nadenken over de opvolgingsvraag? Wil je me terugschrijven, dan lees ik je graag.

Met hartelijke groet, Marijke

Soms nodig ik mensen uit om elkaar een brief te schrijven, bijvoorbeeld als start van een begeleidingstraject van een managementteam. In zo’n ‘brievenproject’ zie ik hetzelfde gebeuren als in onze intervisiegroep: de zichtbare verschillen in aanhef en groet, inhoud en vorm, en lengte en toon maken nieuwsgierig en verrijken het gesprek. De zorgvuldigheid waarmee de brieven zijn geschreven resoneert in het gesprek dat erop volgt.

Mooi, maar het echte eerbetoon voor de brief als vehikel voor verandering is aan de bestuurders van Fier, een landelijk expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Zij schreven John de Mol een brief (www.fier.nl).

Hun intro: Eerlijk is eerlijk: uw optreden bij BOOS was onhandig.
Hun voorstel: Laten we samen optrekken. Wij zetten ons al vele jaren in om die brede maatschappelijke discussie aan te jagen omdat wij niet met kraan open willen dweilen. Die kraan moet dicht. Immers, de beste hulp die we slachtoffers kunnen bieden is een samenleving waarin seksueel geweld niet meer voorkomt. Als er iemand is die kan bijdragen aan onze missie dan bent u het wel. Daarom gaan we graag een serieuze samenwerking met u aan en nodigen wij u uit om bij ons langs te komen.

En John de Mol komt. Alle loketten, meldpunten, regeringscommissarissen en media- aandacht ten spijt, ik geloof dat de brief van Fier het verschil gaat maken.

Marijke Spanjersberg

Meer lezen?

Freeman, J., D. Epston & D Bovovits. (1977). Playful approaches to serious problems. Narrative therapy with children and their families. New York, London: W.W. Norton & Company.
Tellegen, T. (1996). Brieven aan niemand anders. Amsterdam, Antwerpen: Em. Querido’s Uitgeverij.

Vermeire, S. (2009). ‘You’ve got mail’. Werken met therapeutische brieven en documenten. In: Systeemtheoretisch Bulletin, 27, 317 – 335.
White, M. (2007). Maps of narrative practice. New York: Norton.