[ivory-search id="106" title="Custom Search Form"]

Alles is plat

7 november 2021
Auteur(s): Jaap van ’t Hek

Wie kent niet het pleidooi voor platte organisaties? Zo min mogelijk hiërarchie, liever samenwerken dan opdrachten uitvoeren, liever transacties dan bevelen, besluitvorming zo laag mogelijk in de organisatie. Dat alles past prachtig bij onze Hollandse egalitaire cultuur: onze geschiedenis met stadhouders, kooplieden en Amsterdamse bravoure. De adel die we hebben was nooit indrukwekkend en van WimLex vinden we ook dat hij zich niet moet aanstellen met een dure speedboot. Fluitsma en Van Tijn benoemden die cultuur in het prachtige Vijftien miljoen mensen:

Het land wars van betutteling
Geen uniform is heilig
Een zoon die noemt z’n vader Piet
Een fiets staat nergens veilig.

Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg, je moet je kop niet boven het maaiveld uitsteken en ”een baas? Een hond heeft een baas!”. ‘Koning, keizer, admiraal, poepen moeten ze allemaal’.

In die standenloze cultuur passen social media ons natuurlijk als een handschoen. Iedereen, zonder onderscheid naar rang of stand, kan een account aanmaken en haar mening ventileren. Iedereen kan zijn boodschap kwijt. Het effect van die egalitaire toegang tot social media zie je in je timeline: series berichten in dezelfde lay-out, ongeacht de afzender. Ieder bericht even belangrijk. De communicatie is hier even plat als in die gedroomde organisatie.

Niet alleen plat in de zin van volks, met lokale tongval of weinig verheven, maar ook plat in de zin van zonder diepte of diepgang en plat, omdat het moeilijk is om te onderscheiden wat een uitspraak is op basis van diepe kennis en wat een makkelijk bekkende mening is. De mening van de alomaanwezige Gerard Joling over de aantrekkingskracht van zwarte gaten krijgt evenveel aandacht als een uitspraak van Robert Dijkgraaf daarover. We zijn platland geworden.

Dan wordt leren een bijzondere vaardigheid. Het gaat namelijk niet alleen om het tot je nemen van kennis, het wordt tegelijk het leren schiften van de kwaliteit van je bronnen. 

In ons vakgebied bijvoorbeeld, komen iedere week wel een paar boeken uit. Maar hoe scheid je nu het kaf van het koren? Als Ambachtsschool hebben we vorig jaar veel aandacht besteed aan onze tijdloze helden. Inspiratiebronnen die de tand des tijds hebben doorstaan met hun diepe inzichten; de tijd is zo’ n zeef die kaf van koren scheidt. Het thema waaraan we nu werken (bijvoorbeeld in de podcasts), is onze nieuwe helden. Voor mij is dat bijvoorbeeld Hartmut Rosa die schrijft over onze versnellende tijd en hoe we onze verhouding tot de wereld en anderen ‘mute’ en instrumenteel maken. Hij pleit voor het hervinden van ‘resonantie’ in onze verhouding tot onze omgeving.

Maar hoe weet ik nu eigenlijk dat we hier niet met een variant op Gerard Joling te maken hebben? 

Bijvoorbeeld omdat hij hoogleraar is, bijvoorbeeld omdat hij verwijst naar eindeloos veel tijdloze literatuur en op schouders van anderen durft te staan, maar bovenal omdat ik bladzij na bladzij een verdere verdieping van zijn denken aantref. Verdiept, origineel en samenhangend denken en ook nog eens een heel dik boek. Dat is een weg uit platland, denk ik.

Jaap van ‘t Hek